Een van de technieken om de levenscyclus van een product te verlengen is de ontwerpmethode Design For (Dis)Assembly. Wat inhoudt dat je je product uit meerdere parts laat bestaan die door middel van niet-permanente technieken bevestigd zijn. Het product kan dus in en uit elkaar gehaald worden. Het voordeel van deze techniek is dat als één van de parts beschadigd is, je als gebruiker enkel dit onderdeel hoeft te vervangen of repareren en je niet het product in zijn geheel hoeft te vervangen.
Door permanente bevestigingen te vermijden zoals lijmen, lassen en solderen houd je als producent meer controle over de kwaliteit van je product en creëer je tijdens het productieproces weinig tot geen emissies. Ook bijvoorbeeld popnagels of nieten is geen langdurige oplossing om je parts te bevestigen. Ook het opvullen van schroefkanalen of purren van kiertjes strookt wat mij betreft met Design For (Dis)Assembly. Dit zijn vaak snelle en makkelijke oplossingen om een product waterdicht of esthetischer te maken, maar op de langetermijn verkort het de productlevenscyclus. Om dit soort uitdagingen op te lossen bedenken we als ontwerpers alternatieve oplossingen zoals afdek (rubber)profielen of gietkappen. Dit zorgt voor een extra onderdeel in je stuklijst, maar zal zich terugverdienen in assemblagetijd, kwaliteit van je product en repareerbaarheid.